Mijn eerste rashond kocht ik toen ik nog op school zat.
Hij heette Milo (Britannic Milo GG ), hij was de eerste van een rij van zes Golden retrievers, reuen en teven die zouden volgen, meestal met twee tegelijk.
Vanwege onder andere niet voldoen aan de gezondheidseisen voor de fokkerij, een drukke baan in de dierenartspraktijk en een gezin heb ik helaas niet met de Goldens kunnen fokken.
Naast de Goldens waren er ook gedurende tien jaar ook Corgi’s in de roedel.
Achtereen volgens één teef die helaas niet oud werd, ze overleed aan leukemie en daarna nog een teef waar ik een nestje mee fokte en een reu van aan hield als hond voor mijn man.
Daarna gingen we in 1999 over op Curly Coated retrievers.
Achteraf gezien hadden we dat graag tien jaar eerder gedaan, het is een ras wat helemaal bij ons past.
Waarom de Curly?
Voor mij is de Curly in vergelijking met de andere retriever rassen, een rustiger type hond, zeer intelligent en baas gericht, met een mate van eigenzinnigheid, en met een oorspronkelijk en sociaal vaardig gedrag naar andere honden en mensen. Hij is lichamelijk en geestelijk later af en heeft een zacht karakter. Hij komt het beste tot zijn recht in een gezin waar duidelijkheid, consequente opvoeding en voldoende geestelijke uitdaging en vrije beweging de regel zijn. Sportieve outdoor types en mensen uit de zorg of het onderwijs vormen vaak een goede match met een Curly is mijn ervaring.
Maar ook vele anderen kiezen er gelukkig voor om hun leven te verrijken met een Curly.